KZVS onderdak

DE KZVS ONDERDAK

 

door Auke van der Weg

 

Een van de eerste hobbels die het KZVS-bestuur zo'n 25 jaar geleden moest nemen, was het vraagstuk van de behuizing. Hoewel in mijn herinnering het "mijn en dijn" toen meer werd gerespecteerd dan vandaag de dag, vond het toenmalige bestuur het niet verantwoord de Zodiac rubberboot met Penta buitenboordmotor open en bloot op het strand te stallen. Deze combinatie diende de veiligheid op zee van de 10 monohulls en een opvouwbare catamaran die de vereniging toen rijk was. De oplossing werd aangedragen door oud-lid Eddy Zwolsman, ja een neef van Reinder (dit voor de wat oudere Scheveningenkenners onder ons), die zijn dagelijkse kostje verdiende in de bouw.

 

Eddy schonk de vereniging een bouwkeet, die het jaar daarop werd uitgebreid met een nissenhut, bestaande uit lichtmetalen golfplaten en wat eenvoudig timmerwerk. De bouwsels kregen een plekje op het strand, halverwege de kop van de boulevard en de eerste strandtoegang op het Zwarte Pad. Naast de berging voor de Zodiac, zeilen en prive-spulletjes bood de accommodatie nog enige verpozingsruimte.

 

Bouw van de nissenhut Leerlingen van Gerard Kauffman met “hun project”. Deze werd evenwel niet zelden ingeruild voor de door onze buurman, Herman v.d. Dussen, uitgebate strandtent Eldorado. Naast dat we bij Herman alle ingredienten voor de inwendige mens betrokken, brachten velen van ons menig uurtje door in Hermans zonnebak, samen met zijn voor die tijd zeer spaarzaam geklede, vrouwelijke clientele.

 

Mede door het werkelijk verbazingwekkend geregel en geritsel van onze toenmalige voorzitter en mede-oprichter van de club, ere-lid Ernst Toorens, werd het in die jaren ook al opvallende verenigings onderkomen gecompleteerd met een materiaalhok en een plee. Deze werden ondergebracht in een tweetal voor het badleven van Scheveningen van vlak na de oorlog zo karakteristieke strandkoetsen.

 

Totdat ze van eigenaar wisselden, hadden ze dienst gedaan als kleedruimte bij onze zuiderburen, het "Luxe Zeebad”. Na verplaatsing van de club naar onze huidige plek, zijn ze met zorg overgebracht naar het Schevenings museum, alwaar ze nu nog steeds voor een ieder te bewonderen zijn.

 

Al in het derde jaar van haar bestaan rees in de vereniging de wens van een vast onderkomen op het strand. Twee jaar lobbien bij plaatselijke en provinciale bestuurders, vooral oud-voorzitter en ere-lid Wirn Bouman toonde zich hierin een meester, creatieve fondsenwerving en niet te vergeten een bijkans onvoorstelbare inzet van eigen werkkracht, hielpen uiteindelijk onze Roef op poten. Het ontwerp van het gebouw, tijdens de wintermaanden nog steeds een parel langs de kust, is voortgesproten uit het brein van erelid Friso de Iongh, in die tijd nog gemeentearchitect van Den Haag.

 

De totale bouwkosten kwamen uit op circa fl 60.000,=. Het grootste deel daarvan werd gedekt door subsidies en schenkingen en de al genoemde eigen inzet, die omgerekend de somma van circa fl 30.000,= beliep. De bouw startte met het aanbrengen van de fundering in de herfst van 1970. Deze constructie, als gevolg van het natuurgeweld in februari 1990 nu voor een deel zichtbaar, bestaat uit vier palen, onderling verbonden door betonnen dwarsbalken. De palen zelf worden gevormd uit vier op elkaar gestapelde ronde betonnen rioolbuizen met een doorsnede van circa 1.50 m en een hoogte van 1 m. De buizen zijn, toen ze eenmaal op diepte waren, volgestort met beton en door genoemde dwarsbalken ten opzichte van elkaar verankerd.

 

Bij het op diepte brengen van de "palen", vier meter onder strandniveau, zijn reusachtige kuilen gegraven. Zelfs de tijdens die herfstperiode nog veelvuldig aanwezige oosterburen, toch wel wat gewend op het terrein van kuilen graven, konden hun verbazing niet onderdrukken.

 

Het op diepte brengen van de rioolbuizen bleek een klus die zelfs nu nog bij diverse oud-leden z'n sporen heeft nagelaten. Een hoepelronde rug en niet zelden een vermoeide gang naar het strand verraden degenen die, gezeten op hun hurken, slechts voorzien van een kolenschepje of pollepel en droog gehouden met behulp van een handpomp, dagenlang het zand onder de rioolbuizen vandaan schraapten. Eenmaal op niveau gekomen zijn de "palen" volgestort met beton, aangevoerd op vrachtwagens vanaf de boulevard. Het A-frame, waartussen de Roef feitelijk is opgehangen, bestaat uit vier houten palen, rustend in stalen schoenen, die zijn verankerd aan de bovenzijde van de fundering. Het geheel wordt in verband gehouden door een ingenieus vakwerk van dezelfde houtsoort als de vier staanders. Deze houtsoort, basseralocus voor kenners, heeft een zodanige duurzaamheid dat niemand van het huidige ledenbestand zich daarover ooit zorgen zal behoeven te maken.

 

Het samenvoegen van de op het strand afzonderlijk aangevoerde framedelen, het oprichten daarvan en vervolgens in verband brengen was een klus die werd overgelaten aan specialisten. Een groep van vijf van deze lieden, gespecialiseerd in het aanbrengen van zogeheten remmingwerken in onze zeehavens, bij bruggen en sluizen, uitgerust met speciaal gereedschap (het hout is zo hard als steen) kreeg het framewerk in het voorjaar van 1971 uiteindelijk overeind. De gehele operatie kostte twee weken, waarna onder leiding van Gerard Kauffman werd begonnen met de bouw van de eigenlijke Roef. Gerard, in zijn dagelijks leven leraar houtbewerking, liet zich niet zelden bijstaan door leerlingen van zijn klas, die op deze wijze de nodige praktijkervaring opdeden. Tijdens de werkzaamheden, die verder geheel in eigen beheer werden uitgevoerd, hebben velen het timmervak onder de duim gekregen. Ikzelf heb als herinnering aan die jaren slechts een platte duim overgehouden. Gerard moest na ontelbare aanwijzingen en tips toegeven dat, hoewel sprake was van goede wil mijnerzijds, het recht slaan van een nagel (zo noemt men in het timmervak een spijker) voor mij altijd wel een illusie zou blijven. En zo is het. Een uit staal met kunststof bekleed samenstel van wanddelen, de vereniging geschonken door de firma Robbertson door bemiddeling van Leo Dekker, vormde de onderbouw. Daannee kreeg de club de beschikking over een onderkomen waarop het gehele, vanaf het Noordzeestrand zee kiezende zeilersvolkje jaloers was, en nog steeds is.

 

Omstreeks de langste dag die zomer werd de bouw afgerond en werd de Roef feestelijk ingewijd. Met admiraalzeilen van de inmiddels tot 40 schepen uitgegroeide KZVS-vloot werd het zeilseizoen dat jaar ingeluid. Het noodlot sloeg het jaar daarop toe. Begin april spoelde tijdens een forse voorjaarsstorm de zojuist gereed gekomen onderbouw weg. Daardoor werd het zeilen in Scheveningen dat jaar een twijfelachtige zaak.  

 

Samengekomen in een allerijl gehuurde bestelbus, waarin ieders persoonlijke bezittingen tijdelijk werden opgeslagen, kwam nog tijdens de storm een ontredderd bestuur bijeen om zich over de ontstane situatie te beraden. Met de tranen nog niet gedroogd en nog natrillend van emoties werd evenwel nog diezelfde avond besloten met geleend geld een nieuwe onderbouw op de richten. De fundering daarvan is tijdens het laatste februari geweld onherstelbaar beschadigd. Het zittende bestuur heeft de beslissing tot de bouw van een nieuwe, eigentijdse, fundering aangegrepen om tegelijkertijd de al lang gekoesterde wens tot uitbreiding van de onderbouw te vervullen. Met in het achterhoofd idee?n over vergroting van de Roef, mogelijk door het aanbrengen van een derde A-frame, is ook de hiervoor noodzakelijke fundering aangebracht. Zoals ieder heeft kunnen zien, is dit werk door tussenkomst van een aannemer inmiddels uitgevoerd. Daarmee is de eerste stap gezet om, met behoud van het door Friso de longh getekende ontwerp, wellicht reeds het volgende jaar (1991) te starten met de uitbreiding van het gebouw zelf. Naar ik hoop zal het zonneterras dan tevens ruimte bieden voor een seniorenbank, waarop de pioniers van weleer hun kinderen en kleinkinderen de fijne kneepjes kunnen bijbrengen van het zeekiezen en landen vanaf het ons o zo vertrouwde stukje Noordzeestrand.